Ed Duister en Henri Spijkerman behoren tot de sterkste schakers van de Baarnse Schaakvereniging. In ronde 25 van de interne competitie bleek afgelopen vrijdag, dat ze tegen mindere schakers van begin af aan wel geconcentreerd moeten blijven. Ton Koekkoek en Erik van Lieren waren dat wel en zorgden voor daverende verrassingen.
Koekkoek (10e) moest het met wit opnemen tegen Duister, nummer 2 in het klassement met ruim 300 elo-punten meer. Na de opening met e4 speelde Ed Duister zijn vertrouwde Caro Kann verdediging. Koekkoek koos met e5 voor de doorschuifvariant en richtte zich eerst op de damevleugel, maar verlegde zijn aandacht gaandeweg naar de koningsvleugel. Na de g-pion speelde hij ook zijn h-pion op. Duister verdedigde niet alert genoeg, zodat Koekkoek veel van zijn stukken dreigend op de koningsvleugel kon positioneren. Die dreiging leidde uiteindelijk tot een mataanval, die Duister alleen kon keren met dameverlies. Duister feliciteerde Koekkoek dan ook met diens verrassende overwinning.
Behalve dit verrassende resultaat was er nog een partij met een zeer verrassende uitslag. Erik van Lier (7e) nam het met wit op tegen Henri Spijkerman met bijna 300 elo-punten meer. Van Lier opende met e4 en zwart reageerde met een fianchetto op de g-lijn. Spijkerman ontwikkelde iets te langzaam en werd door het opspelen van de f-pion van Van Lier nog meer gehinderd. Door een afruil kon Spijkerman niet meer rokeren, en in het eindspel offerde Van Lier een stuk in de veronderstelling dat hij dat terug kon winnen. Dat gebeurde ook, maar of het offer correct was, moet computeranalyse nog uitwijzen. Spijkerman kwam vervolgens zwaar in de verdrukking en moest opgeven. Een pracht overwinning van Van Lier!
Na een Siciliaanse opening met loper op g2 en een lange rokade van Mario Lambrechts speelde André van der Braak met zwart zijn paard te snel naar b4. Diens idee om pion a2 met schaak te slaan, bleek echter nog niet mogelijk. Daardoor kreeg Lambrechts lucht en zette druk op de d7-pion. Van der Braak speelde echter zijn pionnen op de koningsvleugel op en de loper van Lambrechts op g2 kwam in gevaar. Maar die manoeuvre bleek ook een verzwakking van zijn eigen verdediging. Daar maakte Lambrechts goed gebruik van en speelde de partij resoluut naar een gewonnen stelling.
Pionnenvoorsprong
Walter Schram en Christian Krijnen speelden de gesloten versie van het Siciliaans. Schram kwam met wit beter uit de opening, maar wist dat voordeel niet uit te buiten. In het eindspel van een witte loper tegen een zwart paard en een pion meer voor zwart miste Krijnen op een gegeven moment de winnende voortzetting. Schram bood op de 70e (!) zet remise aan, maar Krijnen dacht nog een winstmogelijkheid te zien. Twee zetten later moest hij toegeven dat het toch echt remise was.
Conrad Keijzer opende met het London-systeem tegen Johan Vermulst. Deze reageerde met zwart met een fianchetto op de g-lijn. Na de rokade concentreerde Keijzer zich op die g-lijn. Hij won de zwarte g-pion en kreeg een overwicht. In het eindspel van paard tegen loper bleek die pion voorsprong beslissend. Vermulst gaf op toen die pion dreigde te promoveren.
De laatste kwartfinalewedstrijd van de B-groep in de bekercompetitie ging tussen Jan Kessler met wit en Eble Mink. Kessler kwam niet echt lekker uit de opening en Mink reageerde meteen uiterst aanvallend. Na een heftige strijd bleek wit drie pionnen achter te staan. Omdat Kessler aan remise genoeg had, loerde hij op eeuwig schaak of pat. Mink bleef echter scherp en haalde kundig de winst binnen. In de halvefinale mag hij het opnemen tegen Mario Lambrechts.
Stand aan kop: 1. Krishnasing 983 2. Duister 824 3. Timmerman 797 4. Lambrechts 776 5. Kok 734 6. Burger 697 7. Van Lier 599 8. Koekkoek 582 9. Kruiswijk 543 10. Van der Braak 542
Knappe prestatie van Erik! En dat voor de tweede keer in één seizoen!!