Vrijdagavond 12 februari was alweer de 18e ronde van de interne competitie. Omdat het 1e achttal thuis speelde, en overigens met duidelijke cijfers won, stond het getal 18 ook voor het aantal borden waarop strijd werd geleverd. Over de wedstrijd van het achttal ongetwijfeld elders meer, nu naar de interne competitie die na wat indelingsperikelen van start ging.
Snel afgelopen
Martijn Kruiswijk speelde met wit tegen Hens Albarda, een relatieve nieuwkomer op de club maar die heeft aangetoond zijn partijtje zeker mee te kunnen blazen. Albarda bezorgde Kruiswijk meteen al hoofdbrekens met een voor de laatste onbekende opening (1. e4 e5 2. Pf3 d5 3. exd5 e4) en toen later in de partij Kruiswijk niets anders kon doen dan zijn dame geven voor een toren was de partij over.
Ook in de bekerstrijd tussen Schipper en Meeuwissen was het vrij snel gedaan. Schipper toog met de van hem bekende sneltreinvaart ten aanval en tegen de zware stukken van Schipper die aan alle kanten binnenkwamen was Meeuwissen niet opgewassen. Schipper bekert verder.
Junior Piet-Hein Droogh toonde maar weer eens aan dat “junior” slechts op zijn leeftijd slaat en niet op zijn schaakkwaliteiten. De partij tegen Walter Schram was een open en van beide kanten aanvallende partij waarin Schram op een zeker moment duidelijk beter stond. Maar zoals vaker gebeurt, en niet in de laatste plaats bij Schram, wordt dan de verdediging nog wel eens vergeten. Droogh sprong dankbaar in het gat en er was geen houden meer aan voor Schram. Om maar eens een gemeenplaats te bezigen: van de jongeman Droogh gaan we vast nog veel horen!
Gedeelde smart
Het stel Khalioulliana/Kok had niet zo’n vrolijk begin van het weekend. Nelly Khalioulliana dacht tegen Christian Krijnen een leuke combinatie uit te kunnen voeren maar zag hierbij over het hoofd dat Krijnen met schaak kon slaan en zo degene was die een stuk won. De partij werd nog wel voortgezet maar uiteindelijk trok Krijnen aan het langste eind.
Partner Frits Kok speelde tegen Mario Lambrechts, een speler die steeds nadrukkelijker aan de poort van de top tien staat te rammelen. Lambrechts bezorgde Kok een hoop hoofdbrekens met een binnenkomende pion en paard en nadat het stof was opgetrokken stond Lambrechts een toren voor met slechts twee pionnen voor Kok als compensatie. Nu is Kok er de man niet naar om het hoofd al te snel in de schoot te leggen maar Lambrechts is dan weer niet een man die dit soort stellingen uit handen geeft. Winst voor Lambrechts dus.
Golven
In de partij tussen Suzan Roothaan en Rien Lambrechts hadden toeschouwers Henri Spijkerman en schrijver dezes het idee in een golfslagbad te zitten. De winstkansen wisselden zo ongeveer per zet en daarom was het waarschijnlijk ook wel terecht dat de partij in remise eindigde.
Tegenspoed
Rob Boss zit het in 2016 schaaktechnisch niet helemaal mee. Op het Tata-Steel toernooi speelde hij een aantal ongelukkige partijen en ook op deze clubavond ging het niet helemaal goed. Tegen Conrad Keijzer leek hij een beslissende aanval te kunnen opzetten maar Keijzer wist het allemaal nog net te houden en kon bovendien een tegenoffensief inzetten. Het eindspel dat ontstond was theoretisch remise maar Boss wist het niet te houden en verloor.
Remises saai? Welnee!
Naast de reeds besproken remise eindigden er nog 3 partijen in remise. Maar dat wil niet zeggen dat er niet gestreden werd op de borden.
Johan Vermulst speelde met de witte stukken tegen Erik van Lier. Vermulst toog ten aanval en Van Lier moest secuur verdedigen om de boel overeind te houden. Een aantal zetten lang kon Vermulst een pionnetje van Van Lier opsnoepen maar deed dit, al dan niet bewust, niet en uiteindelijk berustten de heren in remise.
Ton Koekkoek nam het met zwart op tegen Bert van Klingeren. Er bleven een hoop pionnen op het bord met beiden nog twee torens en een paard. Van Klingeren bood al een keer remise aan maar Koekkoek had zin om er nog eens goed voor te gaan zitten. Niet ten onrechte want er ontstonden nog genoeg spannende momenten in de partij maar uiteindelijk wisten geen van beide heren een doorbraak te forceren.
De langste strijd van de avond werd geleverd tussen Rien van Brummelen en Jan Timmerman. Van Brummelen speelde met zwart zijn favoriete Scandinavische opening en wist met enig voordeel in het middenspel te belanden. Dat voordeel verdween echter langzaam maar zeker en op zet 40 ontstond er een stelling met ieder twee torens, een paard en 4 pionnen, een stelling waar het woord “remise” met dikke letters overheen geschreven stond. Maar dat woord past niet zo in het vocabulaire van beide heren dus er werd doorgespeeld. Dat werd Van Brummelen tot twee keer toe bijna noodlottig maar evenzoveel keer zag Timmerman niet dat hij door afruil van alle torens, de paardjes waren inmiddels reeds van het bord, door zijn actievere koning de partij naar zich toe had kunnen trekken. En dat werd Timmerman dan weer bijna noodlottig want op de 61e zet had van Brummelen door zijn koning net op een ander veld te zetten dan hij deed de partij in zijn voordeel kunnen beslissen. Uiteindelijk werd het daarmee alsnog remise maar de adrenaline gierde de heren nog lang door het lijf.
Inderdaad, kon er niet van slapen. Ben benieuwd naar de analyse van Henri.
Een heerlijk weglezend verslag, Walter. Ik word bijna jaloers. De vergelijking met een golfslagbad vind ik wel erg goed gevonden! Overigens had Christian verwacht dat het woord ‘combinatiefste’ terug zou komen in het verslag (maar hij krijgt genoeg credits in jouw verslag!).
Dank Ton!