Het was druk in het Rode Kruis-gebouw afgelopen vrijdag. Zowel Baarn 1 als het viertal speelde thuis. Het viertal hield met een 2,5 – 1,5 overwinning tegen Hoogland de punten in Baarn, Baarn 1 zag door een nederlaag tegen Paul Keres de kans op promotie vervliegen.
Waren er nog wel spelers over voor de interne competitie? Zeker, ondanks het feit dat de voltallige top 10 ontbrak werd er toch nog op 7 borden strijd geleverd.
Martin Bunschoten was sinds lange tijd weer op de club. Hij bleek toch iets aan scherpte te hebben ingeboet want in de partij tegen Johan Vermulst ging het al vroeg op de avond mis. Vermulst kwam met paard en dame de koningsvleugel van Bunschoten binnen en mat was onontkoombaar.
Izaäk Schipper speelde met de witte stukken tegen Martijn Kruiswijk. En zoals we van Schipper gewend zijn toog hij onvervaard ten aanval. Kruiswijk is echter niet een speler die zich daardoor van de wijs laat brengen en begon gaandeweg wat pionnen van Schipper op te snoepen. Toen als kers op de taart ook nog de toren van Schipper in de aanbieding ging was de partij over.
Bert van Klingeren speelde met wit tegen Piet-Hein Droogh. De laatste speelt een dermate goed seizoen tussen de senioren dat we het feit dat hij eigenlijk nog jeugdspeler is inmiddels gevoeglijk achterwege kunnen laten. Maar deze avond was Droogh toch wat minder scherp. Van Klingeren dacht de dame van Droogh op te kunnen halen maar deze wist nog wel een leuke combinatie te bedenken. Van Klingeren kon alsnog een stuk winnen maar toen hij dat vervolg miste besloten de spelers dat het mooi was geweest. Remise.
Suzan Roothaan had vorige week goed opgelet tijdens haar bye en maakte het met de witte stukken Ton Koekkoek knap lastig. Maar toen er eerst een kwaliteit en daarna een stuk voor haar verloren ging besloot ze dat het tijd was om de koning om te leggen.
De prijs voor de meest spectaculaire wedstrijd van de avond ging naar Conrad Keijzer en Mario Lambrechts. Lambrechts met zwart speelde zijn geliefde Franse opening maar hij verslikte zich in de zetvolgorde. Keijzer veroverde flink wat materiaal en het leek al snel gedaan te zijn. Maar inmiddels had Lambrechts wel twee doorgebroken pionnen dus er leken nog kansen te liggen. Maar toen Keijzer dat gevaar had geneutraliseerd was het toch echt over.
Walter Schram speelde met de witte stukken tegen de nestor van de vereniging, Werner Raudenbusch. Raudenbusch verliet al vroeg de theorie van de Caro-Kann en zo werd het een stuk spannender dan normaal gesproken in deze opening. Schram bleef een tijdje gebonden aan het verdedigen van een geïsoleerde pion maar kwam gaandeweg beter te staan. En in plaats van een pion te verliezen won hij er 1. Maar een pion meer in een toreneindspel is nog zeker niet gewonnen. Toen Schram bovendien onnodig de pluspion weggaf was remise het eindresultaat, iets waar beide heren vrede mee hadden.
De langste partij van de avond was die tussen Rob Boss en Christian Krijnen. Krijnen speelde met de zwarte stukken de Konings-Indische opening maar daar is Boss wel bekend mee. Krijnen had vrolijke plannen op de koningsvleugel van Boss maar vergat een beetje al zijn stukken daarbij te betrekken. Toen hij ook nog de aloude schaakwijsheid ‘als je aanvalt op de vleugel houd dan het centrum gesloten’ met voeten trad zag Boss zijn kans schoon en kon een winstpartij bijschrijven.
Keijzer – M Lambrechts 1-0
Schram – Raudenbusch remise
Van Klingeren – Droogh remise
Schipper – Kruiswijk 0-1
Roothaan – Koekkoek 0-1
Boss – Krijnen 1-0
Vermulst – Bunschoten 1-0
Ondanks gering aantal partijen, toch nog een vrij lang en deskundig verslag.
Top, Walter!
Thanks, Ton!